Naar de inhoud

"WB der Nederlanden. 25 jaar wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad", Nijmegen: Wolf Legal Publishers, 2003 (VIII + 298 p.)

1. Inleiding

Tot in de jaren zeventig van de 20ste eeuw verrichtten de leden van de Hoge Raad der Nederlanden (hierna: HR) en van het parket bij de HR hun rechtsgeleerde werkzaamheden weliswaar ten dele collegiaal, maar overigens in eenzaamheid. Bij zijn aftreden op 29 mei 1987 keek de toenmalige president van de HR Moons erop terug:2

“(...) Wij verrichtten zelf litteratuur- en jurisprudentie research. (...) Slechts een der AG’s had zich tijdelijk weten te verzekeren van de hulp van een jonge jurist3, in de wandel genoemd de advocaat-kolonel. (...) Wij vonden dat ons werk alléén door ons zelf behoorde te worden verricht en dat wij ons niet konden veroorloven taken als bijv. het opzoeken van relevante literatuur of jurisprudentie over te laten aan een ander. (...)”

Evenwel kwam in 1978, nadat er reeds enkele voorbereidende exercities uitgevoerd waren, het wetenschappelijke bureau (hierna: WB) bij de HR tot stand, een gebeurtenis die men in december 2003 met voldoening herdacht. Tot de herdenking behoorde het uitbrengen van de jubileumbundel waar deze korte beschouwing aan gewijd is.

De indeling van de HR, en daarmee van het WB, naar min of meer duidelijk onderscheiden rechtsgebieden heeft de samenstellers op de gedachte gebracht een aantal aspecten van het recht die op alle drie de gebieden een rol spelen, te kiezen en deze voor alle drie te belichten. Men vond acht aspecten – gelijkheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel, misbruik van procesrecht, toerekening van kennis, onrechtmatig verkregen bewijs, verschoningsrecht, cassatiemiddelen, interpretatie van verdragen – en kwam zo tot (3 x 8 =) 24 opstellen, elk geschreven door…