Naar de inhoud

Welk omklapcontract is bestand tegen de verlammende huurbescherming?

Een huurder van woonruimte geniet in beginsel verregaande huurbescherming. Dat is een goede zaak. Zo kan een verhuurder alleen op een welomschreven handvol gronden een huurovereenkomst opzeggen. De woningcorporatie waarbij ik werk wil echter een “laatste kans”-beleid opstellen. Eén van de beoogde instrumenten is een “Omklapcontract”. Dat houdt tijdelijke verhuur in, voor de duur van een jaar. In dat jaar biedt een zorginstelling de huurder begeleiding aan. Leidt dat tot een stabiele woonsituatie, die het welzijn van de betrokken huurder aanwijsbaar ten goede komt, dan wordt het tijdelijke contract omgeklapt in een regulier huurcontract voor onbepaalde tijd. Zo'n huurcontract is dan de beloning voor alle inspanning om dit doel te bereiken. Mag zoiets, bezien door uw juridische bril? Beschikt u over handige voorbeelden van huurovereenkomsten die voor dit doel zijn opgesteld?

Dit is een razend interessante vraag voor ieders praktijk. Daarom werd in de nieuwsbrief waarin deze vraag eerder gepubliceerd de oproep gedaan wie van onze lezers over zo'n huurovereenkomst beschikt en deze beschikbaar wil stellen.

Kijk, het bijpassende verhaal is gauw verteld: op 29 december 2009, deed het Hof ‘s-Hertogenbosch een informatieve uitspraak over zo'n kwestie. Je vindt 'm via www.rechtspraak.nl. Bevind je je op die site, dan click je op "LJN-index". Vervolgens zoeken met LJN-nummer: BK9394. Dan kom je terecht bij de volledige tekst van die uitspraak over een geschil tussen Wonen Breburg en "X". Korte samenvatting: Geen huurbescherming nu de huurovereenkomst slechts de woonbegeleiding faciliteert. Wat blijkt uit dat soort zaken?

Je kunt een gewone huurovereenkomst gebruiken voor zo'n vorm van woonbegeleiding, maar laat daaraan dan een feitelijke beschrijving van de woonbegeleiding vooraf gaan. Een preambule van, pakweg, één A4-tje. Dat moet een duidelijk beeld scheppen van het "project" dat partijen bij de aanvang van zo'n huur voor ogen stond. Liefst SMART opgeschreven. Wanneer die preambule schetst en aannemelijk maakt dat het dienstverleningselement dominant is over het wonen, dan komt de "huurder" geen onverkort beroep op huurbescherming toe. Het bewonen van het gehuurde is dan eerder een middel dat tot herstel van de “cliënt” moet leiden. Evenals therapeutische gesprekken of medicijnen dat kunnen zijn. Dat moet duidelijk en beknopt uit zo'n preambule naar voren komen. En daarna mag je hopen op de goede afloop van een eventueel geschil.

Zoiets blijft een loterij met onzekere afloop, maar wanneer je niet meedoet win je nooit wat. En meedoen omwille van zorg voor de cliënt/huurder, daar was het toch om begonnen? De uitspraak van de rechter blijft per…