Lang leve het Openbaar Ministerie

Lang leve het Openbaar Ministerie
11 december 2018

Na 15 jaar strafadvocatuur heb ik na lang wikken en wegen besloten mijn toga aan de spreekwoordelijke wilgen te hangen. Ik zal deze binnenkort verruilen voor een iets chiquer exemplaar met iets meer glans in de stof: die van de advocaat-generaal. Je zou het kunnen zien als een mooie promotie: van advocaat naar advocaat-generaal. Een cliënt van mij vroeg of ik vanaf nu ook een wapen mag dragen. Hoewel ik dat best stoer zou vinden, nee, dat mag natuurlijk niet. En ik zie het ook niet als een promotie. Meer als een mogelijkheid het strafrecht vanuit een ander maatschappelijk perspectief te dienen en met mijn kennis en ervaring een bijdrage te leveren aan de verdere modernisering van het Openbaar Ministerie.

Hoogte- en dieptepunten

En eerlijk is eerlijk, na 15 jaar ploeteren in de sociale advocatuur is de koek ook gewoon een beetje op. Ik heb de gouden tijden in de advocatuur meegemaakt (toen was ik nog geen maat helaas maar een goedverdienende medewerker….) en de lastige tijden van de laatste, pak em beet, 7 jaar. De tips en trics van Mariëlle van Essen die zij in haar blog d.d. 5 december 2018 heeft gegeven komen voor mij een beetje te laat. Bovendien heb ik inmiddels een oude knar en een kale kop en verwacht ik niet dat welke flitsende website dan ook dit nog kan compenseren. Laat staan dat ik het goed zou doen bij Hart van Nederland. Maar ze heeft gelijk: de strafadvocatuur is sexy, getuige het groot aantal strafadvocaten dat inmiddels werkzaam is op dit gebied. Met steeds lagere vergoedingen en een steeds kleiner wordende taart als een gevolg van strafbeschikkingen en rigoureuze bezuinigingen in de strafrechtsketen wordt het er voor de sociale strafpleiter echter niet eenvoudiger op.

Vraagtekens

Eén van mijn twittervolgeraars plaatste vraagtekens bij mijn overstap en stelde dat de advocatuur eigenlijk toch een soort roeping is. Met andere woorden: als je nu overstapt is het voor jou kennelijk toch niet echt een roeping geweest en ben je misschien ook geen echte advocaat. Ik ben het niet eens met deze ietwat zure constatering. Ten eerste moeten we het niet fraaier maken dan het is, en zie ik het beroep van advocaat in de eerste plaats toch gewoon als werk. Werk waarmee je een inkomen verdient zodat jij en je gezin een goed leven kunnen leiden. Als het daarnaast ook een roeping is, prima. Voor mij geen conditio sine qua non. De strafadvocaat heeft uiteraard wel een zeer belangrijke positie in het strafproces en het is daarmee ook belangrijk werk. Je moet dat werk met passie doen en met veel inzet. En naar beste kunnen uiteraard. Het gaat uiteindelijk ook niet om jou maar om het belang van je cliënt. Daarnaast dien je wat mij betreft ook het maatschappelijk belang. We werken nu eenmaal niet in een maatschappelijk vacuüm waarin het belang van de cliënt een heilig doel op zich vormt. Hoewel de maatschappij dit niet altijd wil weten of horen heeft ook zij belang bij die puur partijdige belangenbehartiger die zorgt voor evenwicht en balans. Ik heb altijd gevonden dat jouw partijdige rol als advocaat er nooit aan in de weg dient te staan dat je ook rekening houdt met de gerechtvaardigde belangen van de andere procesdeelnemers. Wat uiteraard niet wil zeggen dat je het altijd eens hoeft te zijn met die andere deelnemers. Ik ben ervan overtuigd dat niet alleen de advocaat, maar ook de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie als ook de rechter er allen aan bij kunnen dragen dat sprake is van een evenwichtig, duidelijk en overtuigend strafproces. In die zin is het strafrecht mijn roeping, niet per se de advocatuur. En zie ik vanuit die overtuiging mijn overstap als een zeer haalbare.

Passie voor TBS

Waar ik de laatste 15 jaren in alle eerlijkheid wel een échte passie voor heb ontwikkeld is de TBS en zijn bijzondere kostgangers. Het is een rechtsgebied waar allerlei aspecten van het strafrecht samenkomen: boetedoening, reflectie en rehabilitatie. Maar ook veel frustratie vanwege de stroperige regelgeving, maatschappelijk onbegrip en gebrek aan juridische mogelijkheden de TBS-er écht met kracht en voortvarendheid bij te kunnen staan. Je moet een lange adem hebben in TBS-procedures. Net als de TBS-er zelf overigens.

Ik heb me er altijd over verbaasd met welk gemak een verlengingsrechter de TBS-maatregel zomaar even met twee jaren verlengt. Twee jaren van verdere vrijheidsbeneming. En dit nadat er soms al vele jaren aan vrijheidsbeneming aan vooraf zijn gegaan. Ik blijf er bij dat je toch heel wat moet uitvreten voordat je twee jaar gevangenisstraf aan je broek krijgt. Vanwege deze vrijheidsbeneming zonder nieuw strafbaar feit heb ik mij – en met mij vele vakbroeders werkzaam in de TBS-advocatuur – er altijd hard voor gemaakt alles uit de kast te trekken op een verlengingszitting. Dit betekent dat de afgelopen behandelperiode kritisch wordt beschouwd, dat er deskundigen worden opgeroepen voor de zitting, dat mogelijkheden en alternatieven worden bekeken en dat kritische en creatieve voorstellen worden gedaan. Uiteindelijk leidt dit alles helaas toch betrekkelijk zelden tot aansprekende resultaten.

De officier van justitie, of advocaat-generaal bij het Hof in Arnhem, komt doorgaans weg met een korte beschouwing van maar liefst anderhalve minuut. Nu weet ik wel dat je doorgaans niet een heel sterke zaak hebt als je een halve dag moet pleiten voor een vrijspraak en vaak geldt ‘less is more’, maar anderhalve minuut toelichting op een vordering die twee jaar vrijheidsbeneming met zich brengt is wel erg mager. Het OM komt er doorgaans mee weg.

Dat geldt dus straks ook voor mij……..

Een uitdaging

Ik heb best een aardig moment gekozen de overstap te wagen met ruziënde hoofdofficieren en een strafbeschikking die volledig door de mand is gevallen. Natuurlijk vraag ik mijzelf ook af hoe ik straks na mijn interne opleiding zal functioneren als magistraat. Eerlijk, dat zal best nog wel een uitdaging worden. En hoe ga ik straks met TBS-zaken om? Leg ik mij neer bij hoe het nu eenmaal gaat, of word ik die officier van justitie of advocaat-generaal die langer aan het woord is dan de advocaat, en die pro-actief alvast een handjevol deskundigen oproept voor de zitting?

Wie mij kent mag het zeggen….

Meer blogs lezen van Floris Holthuis?

Opmerkingen